SearchLeeds: De belangrijkste takeaways voor SEO

Na eerder twee edities van BrightonSEO bezocht te hebben, was het tijd een ander congres de kans te geven. Dit keer ging ik ‘up north’ richting Leeds voor SearchLeeds, het grootste search congres van Noord Engeland. Dat de toegang gratis is, was natuurlijk mooi meegenomen, maar ook het programma zag er prima uit. En achteraf kan ik zeggen dat dit congres zeker de moeite waard is.

Op SearchLeeds zijn er drie podia:

1. Search in het algemeen & content
2. Technische SEO
3. Paid & Analytics

Ik heb gekozen om alle sessies van het technische SEO podium te volgen. Van de 12 sessies , wil ik er 4 uitlichten, die volgens mij het meest interessant waren.

1- International site speed: Going for super speed around the globe

Bastian Grimm – Peak Ace
De dag begon met een presentatie over pagespeed, iets waar ik mij veel mee bezig houd, dus deze jongen was gelijk klaarwakker bij de start van dit congres. Een groot deel van de presentatie was bekend voor mij, maar het is altijd goed te horen dat anderen met dezelfde optimalisaties komen.

De ‘bekendere’ optimalisaties die bijvoorbeeld uit de pagespeed insights test van Google komen werden kort behandeld. Waarbij duidelijk werd aangegeven dat een hoge score in de Google test niks zegt over de daadwerkelijke snelheid van een website. Pluspunten voor de presentator in deze!

Snelle afbeeldingen niet onbelangrijk

Er werd wel dieper ingegaan op bepaalde optimalisaties die je minder snel in cases tegenkomt. Bijvoorbeeld WebP; een alternatief van Google voor JPEG, PNG en Gif. Afbeeldingen in dit formaat zijn minder zwaar en kunnen dus veel sneller geladen worden. Nadeel is dat het alleen door Chrome ondersteund wordt. Wil je dit toch gebruiken? Dan kun je via een .htaccess bestand instellen dat alleen Chrome dit formaat afbeeldingen te zien krijgt. Maar er zijn ook nog andere opties zoals:

• FLIF
• BPG
• JPEG-XR

Waarom is het optimaliseren van afbeeldingen zo belangrijk? Nou, 62% van al het web-verkeer bestaat uit afbeeldingen inladen en 51% van alle URL’s laadt meer dan 40 afbeeldingen per request. Als voorbeeld: de website van SearchLeeds kan 1,74 MB besparen door het optimaliseren van afbeeldingen, dat op een totale paginagrootte van 1,9 MB.

Standaard of niet-standaard font

Ruim 70% van alle websites gebruikt een niet-standaard font, dit houdt in dat het font eerst geladen moet worden voordat de tekst weergegeven kan worden. Dit zorgt dat renderen van een website geblokkeerd wordt en het dus langer duurt voordat een gebruiker wat te zien krijgt. Er zijn een aantal manieren om dit op te lossen, waarbij er wel haken en ogen aan zitten.

Je kunt fonts asynchroon inladen, zodat het geen effect heeft op het renderen van een website. Nadeel is wel dat de gebruiker eerst een standaard font te zien krijgt en daarna alles verspringt naar het geladen custom font, heel irritant als je net begonnen bent met lezen of iets wilt aanklikken. Wat je hieraan kunt doen is je eigen custom font via CSS zoveel mogelijk op een standaard font laten lijken, dus dezelfde witruimtes en regelafstand en dergelijke, waardoor de tekst op dezelfde plaats blijft. Gebruik bijvoorbeeld de handige Font style matcher tool waarmee je een kant en klare CSS code krijgt.

Een andere manier is op de eerste pagina waar een bezoeker binnenkomt een standaard font laten zien, en via CSS instellen dat het custom font op de volgende pagina wel zichtbaar is, dan is het font namelijk al geladen. Wat je in ieder geval nooit moet doen, is met verschillende custom fonts gaan werken. Dat betekent namelijk dat je nog meer custom fonts moet inladen.

Pagespeed tracken

Wil je optimaal bijhouden hoe snel je website is? Via een Google Analytics script kun je per pagina de first contentful paint tracken als event. De first contentful paint is bijvoorbeeld een afbeelding of tekst. En als je dan echt een pro bent doe je dit via Google Tag Manager en hou je alles bij in Google Data Studio.

2- How not to f**k up a migration

Steve Chambers – Stickyeyes
Voor de coffee break kwamen migraties aan bod in de sessie ‘How not to f*ck up a migration’. De punten klonken mij bekend in de oren en waar het eigenlijk op neer komt is checken, checken, en nog eens checken, live gaan en weer checken, waarbij de communicatie tussen de verschillende partijen enorm belangrijk is. Te vaak gaat het fout bij migraties doordat partijen van elkaar verwachten dat ze iets doen of weten. Heel belangrijk dat iedereen van elke stap op de hoogte is.

Samenvattend:

• Checken
• Communiceren
• Checken
• Communiceren
• Dubbel checken
• Communiceren
• En nog een keer, en nog een keer…….

3- Structured data explained

Fili Wiese – Search Brothers
Na de Engelse coffee break was het tijd voor een oude bekende en ex-Googler, namelijk; Fili Wiese. Deze keer ging het om gebruik van structured data. Belangrijk feit is dat Google niet alles van Schema.org ondersteunt. Wil je zeker weten dat Google de structured data die jij inzet ondersteunt ga dan naar de guide van Google.

JSON-LD

Zoals Google zelf ook al aangeeft, heeft het gebruik van JSON-LD de voorkeur. Dit is voor iedereen een voordeel, aangezien het makkelijker te implementeren is. Het heeft geen invloed op de opmaak van je website en Bing ondersteunt het nu ook.

Via Google Tag Manager is het mogelijk JSON-LD toe te voegen aan een website, maar dit is geen langetermijnstrategie. Door verschillende updates via GTM zou de structured data verloren kunnen gaan. Wanneer je geen technische resources hebt en je wilt bijvoorbeeld een evenement promoten dan kan dit prima tijdelijk via GTM.

4- How to SEO the s*** out of your internal site search

Luke Carthy – Mayflex
Ik moet eerlijk bekennen dat dit onderdeel vaak valt onder “oh ja, hier moeten we ook nog een keer naar kijken…”. Vaak zijn er zoveel optimalisaties te doen dat wat lager in de prioriteitenlijst komt te staan. Bij mij is dit onderdeel na de sessie zeker een paar plaatsen geklommen.

Het gaat overigens niet alleen over internal site search tijdens de sessie, maar vooral over pagina’s die elkaar kannibaliseren.

Laten we wel beginnen met internal site search; kijk eens in Google hoeveel pagina’s met zoekresultaten er geïndexeerd zijn en kijk daarna hoeveel bezoekers daarop binnen komen. Vaak zijn dit niet de meest ideale pagina’s om externe bezoekers te trekken, ze bevatten bijvoorbeeld geen call-to-action, minder tot geen content etc. Deze stap staat overigens wel altijd hoog op mijn prioriteitenlijst in verband met onder andere crawlbudget.

Daarnaast kun je de internal site search ook gebruiken om te kijken welke resultaten je terugkrijgt voor de belangrijkste producten. Zeker bij grote websites komen vaak meerdere resultaten terug en twijfelen webmasters nog wel eens of zij en deel moeten no-indexen of uitsluiten via robots.txt zodat slecht één (categorie)pagina in de Google index komt: “Ze ranken toch goed, er komt organisch zoekverkeer op, niks aan de hand dus!”

Luke Carthy kwam met drie cases van grote websites waarbij het opruimen van dit soort URL’s heeft geleid tot een toename in organische bezoeken van 20 tot 30%. Dus met minder pagina’s haal je meer verkeer binnen, doordat alle autoriteit op bijvoorbeeld één categoriepagina wordt opgebouwd. Ben je klaar met opruimen? Check dan altijd of je interne links ook naar de juiste locatie verwijzen.

Wil je zelf de presentaties bekijken?

Klik dan hier voor een overzicht van alle presentaties. Heb je nog vragen of wil je meer informatie dan kan je mij altijd bereiken via e-mail.